Sander en Sandra



Augustus 2045. Zomer, maar het voelde al wat herfstachtig. Dikke buien trokken over het land. De zeespiegel was zichtbaar aan het stijgen. Sander en Sandra waren al aardig op leeftijd. Ze hadden een groot deel leven aan elkaar gedacht. Maar waren beide, behalve die ene keer, ook te verlegen geweest om ook maar iets van genegenheid te laten blijken aan elkaar. Stel je voor. Sandra was nu 76 en Sander 81. Het ging allemaal niet zo makkelijk meer, maar ze speelde nog gitaar als de reuma het toeliet. Hij zong ook nog wel eens, als zijn longen okay waren.  


Ze waren vlakbij elkaar komen wonen toen zij 40 was, hij 45. Praktisch buren. Ze hadden elkaar wel gegroet als ze elkaar tegenkwamen, of een praatje bij de winkel, maar verder niet. Op een dag had Sandra moed verzameld, haar gevoel gevolgd en bij zijn deur gestaan. Ze had wat zenuwachtig heen en weer gelopen. Toen hij opendeed zei ze na het gebruikelijke praatje over koetjes en kalfjes: 'Ik ben geloof ik verliefd op je. Ik heb over je gedroomd. Het is alsof je me komt opzoeken.' Ze was soms ook zo direct, dan vergat ze gewoon dat ze dat helemaal niet durfde te zeggen. 


Sander had nonchalant in de deuropening gestaan. Het aangehoord. Hij had regelmatig aan haar gedacht ook. Ook wel gefantaseerd over haar. Naakt. Vrouwenhuid voelend. Haar de mooiste woorden willen influisteren. Maar dat zei hij niet. Hij haalde zijn schouders op en zei 'Mooi voor jou, maar ik geloof niet zo in naar elkaar toe dromen.' 


Sander had zijn hele leven zijn hart potdicht als er anderen bij waren. Kwam glashard over. Hij kon er ook met niemand over praten. Hij had zijn hele leven veel naar muziek geluisterd, dan hoorde hij wel wat hij zelf niet kon zeggen maar ergens wel voelde. Hij vroeg zich dan ook wel eens af wat ze bedoelden dat je samen kon zijn zonder elkaar te zien. Distant Sun, Crowded House. Someone just like you, K' Choice. Leave a light on, Marble Sounds. En hij wilde ook wel zo wild als Prince zijn, zoals in Girls & Boys bijvoorbeeld, maar hij dacht dat dat soort dingen alleen voor artistieke lui waren. Niet voor hem. Hij was maar gewoon een boerenzoon. Te nuchter voor nieuwetijdse fratsen. Hij had voor zichzelf dan ook maar direct bedacht dat het onzin was ook. Ze was weer vertrokken. Het was nooit wat geworden tussen Sandra en Sander. Daar had hij wel buikpijn van gehad. Maar zo gaan die dingen. 


En nu bijna dertig jaar later was in de hal van het bejaardenhuis die ellendige steek ineens weer terug die hij toen in de deuropening ook had gevoeld. Nu zij voorover gebogen met de rollator aan de hand daar bij de brievenbussen stond te hannesen. Hij herkende haar meteen. Sandra draaide zich naar hem toe en keek hem aan. Ze was hem nooit vergeten en ze herinnerde zijn onhandige blik in de deuropening plots weer. Die natte zomer van 2021. Lang geleden, in de tijd dat mensen dachten dat ze elkaar alleen maar gedachten konden sturen via een telefoon of dat je moest praten om elkaar te kunnen verstaan.


Sander. En als in een flits schoot alles in hun harten weer voorbij. De laatste keer dat ze elkaar hadden gezien, en hoe hij haar zo had weggestuurd. Sandra had het daarna wel opgegeven met de liefde. En Sander wist zich er ook geen raad mee. Maar dat was geweest. En daar stond ze nu. De vrouw van zijn dromen. 


Sander had zijn hele leven op dit moment gewacht. Zijn hele leven moed verzameld. 'Het is nu of nooit meer,' dacht hij. Hij strompelde naar haar toe, en zei alles wat hij zijn hele leven al had wilde zeggen alsof hij 13 was en nooit verlegen was geweest: 'Sandra. Mooie vrouw. Wat fijn je weer te zien. Ik kan niet zeggen hoeveel spijt ik heb van de dingen die tussen ons wel en niet gebeurd zijn. Zullen we opnieuw beginnen?' Ze knikte. Thee? En toen liep hij met haar mee. 


En ze leefden nog kort maar zielsgelukkig.