Over haar



Daar stond ik dan in haar deuropening. Hier was het allemaal om te doen geweest. We hadden net thee zitten drinken aan haar keukentafel en nu stond ik op het punt om te vertrekken. Ik wilde niet weg. Ik wilde zien hoe zij 's ochtends wakker werd. 


We keken naar elkaar. 'Zullen we volgende week weer afspreken?' vroeg ze voorzichtig. Van binnen gloeide er iets onvermijdelijks. Dit was al genoeg, dat zij me nog eens wilde zien. Ze vond me leuk. Echt leuk! Wat werd ik warm. 'Geen zorgen verder' zei ze er snel achteraan, 'ik ben niet op zoek naar een relatie.' 


Haar dubbelzinnigheid maakte me nu al radeloos. Dat had ik eerder meegemaakt. Weer zo'n type. Nu wist ik dat ik moest blijven staan. Het beste wat ik kon doen was mijn beproefde strategie toepassen. Wat kon mij dat nou schelen dat zij me weer wilde zien? en terwijl mijn hart in mijn keel bonkte zei ik zo droog en onverschillig als ik kon: 'Ja dat is goed joh.' 


In haar deur voelden we allebei wat het hart niet zeggen kon. Het knetterde. Het gierde. Nee, ik wilde niets liever dan haar wang tegen de mijne, zacht en langzaam, en dan zoenen. Als ik toch het lef had. Ik deed een stap bij haar vandaan en draaide me nog een keer naar haar om. Ze keek me aan. Haar ogen fonkelden opnieuw. We hadden ook zo'n lol gehad, alsof we elkaar al jaren kenden. De zon scheen in m'n gezicht. De vogels waren druk met het bouwen van hun nesten. En ik was weer in de war. 'We spreken snel weer af,' zei ze nog een keer. 


'Is goed,' zei ik kort, 'we appen'. Ik zwaaide naar haar terwijl ik wegliep. Ik voelde de verwarring tussen mijn benen en stapte in mijn auto. Zij waaide. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Wat was ik weer verstandig geweest. Mezelf mooi behoed voor een afwijzing? Bang om me helemaal te laten gaan? Ik startte de motor en maakte mezelf wijs dat ik me niet te vlug aan dit gevoel moest overgeven. Bovendien had ik me stellig voorgenomen nooit meer verliefd te worden. Ja, ik moest koste wat het kost voorkomen dat mijn gedachten over haar met mij er vandoor zouden gaan. Dat ik weer verdween in een roze wolk en na een tijdje genadeloos door de regen werd gedropt in een verlaten landschap. Red joe! 


Ik wilde ook helemaal geen relatie. Hoe kwam ik erbij? Daar had ik helemaal geen tijd voor. Onderweg schold ik tegen het universum dat de ellendige begeerte sterker was dan ik. Had God dan echt niet begrepen dat ik vrij wilde zijn? Ik ging in het verzet en deze oorlog winnen, en dat terwijl mijn hart alleen nog maar wilde schrijven. Schrijven over haar.